De stad ontkwam niet aan de invloed van de moslims, want in 713 werd ze veroverd door de Arabieren. Ze bleven er meer dan 600 jaar, totdat Jacobus I, ook wel bekend als Jacobus de Veroveraar, de stad terugveroverde en weer bij de Kroon van Aragon voegde. Deze gast was echt een grote speler in het laten groeien en koloniseren van de stad tijdens de christelijke middeleeuwen. Ook de Joden vonden hun plek in Sagunto, wat later nog duidelijk zal worden. Ze waren trouwens een sterke gemeenschap en leefden vooral in de Joodse wijk.

Door de eeuwen heen verloor deze stad uit Valencia wat van haar glans en aanzien. Maar dat betekent niet dat ze onbelangrijk werd, hoor! Ze speelde juist een grote rol in de Spaanse geschiedenis, vooral tijdens de Spaanse Onafhankelijkheidsoorlog. Sagunto heeft haar naam te danken aan een legendarisch gevecht, waarbij Spaanse soldaten hun dapperheid lieten zien. De Fransen waren zo onder de indruk dat ze de soldaten levend uit het kasteel lieten vertrekken. Aan het einde van de 19e eeuw kreeg de stad trouwens haar oude naam Sagunto terug, nadat deze in de tijd van de islamitische overheersing was veranderd in Murviedro.

Vandaag de dag is Sagunto een van de grotere steden in de regio Valencia. Het bestaat eigenlijk uit twee delen: de stad zelf en Puerto de Sagunto. Er is hier ook een hoop bedrijvigheid, met industriële centra zoals chemische en cementbedrijven die flink bijdragen aan de economie. En toerisme? Dat zit hier helemaal goed. Of je nu het historische stadscentrum induikt of liever geniet van de mooie kustlijn, er is genoeg te beleven!

Kasteel van Sagunto

Op het hoogste punt van Sagunto ligt dit kasteel, waar de geschiedenis van de stad begon. Het is een must-see in de regio! Vanwege de strategische ligging had je hier vroeger een prachtig uitzicht over land en kust. Geen wonder dat de eerste bewoners zich hier vestigden.

Het kasteel is enorm groot en wordt gezien als een van de mooiste plekken in de regio Valencia. De overblijfselen vertellen een uniek verhaal over verschillende tijdperken en culturen. Denk aan Romeinse invloeden zoals paden, waterreservoirs op de Plaza de Almenara, en het oude forum, nu Plaza de Armas. Ook sporen uit de Moorse tijd zijn zichtbaar, vooral op de Plaza de la Conejera.

Met meer dan een kilometer dikke muren is dit kasteel sinds 1931 een Nationaal Kunstmonument. Uniek genoeg is het een van de weinige "Romeinse" kastelen. Oorspronkelijk was het echter geen fort, maar onderdeel van de Romeinse stad.

Aan de voet van het kasteel ligt de middeleeuwse Joodse begraafplaats, beschermd binnen de muren. Deze begraafplaats had zelfs onderaardse gangen in grotten, waarvan helaas veel verloren ging na het vertrek van de Joodse gemeenschap in 1492.

En aan de Calle Mayor staan ​​prachtige, statige paleizen. Vertegenwoordigers van de geschiedenis van de stad zijn onder meer de Kerk van de Verlosser, de Hermitage van het Bloed en de restanten van de muur van de Tempel van Diana, die zouden overeenkomen met het Artemisón, het enige gebouw dat de Carthaagse generaal Hannibal nog respecteerde na zijn inname van "Saguntum". Naast de rivier de Palencia zijn resten van het circus (2e-3e eeuw n.Chr.) en de brug over de rivier bewaard gebleven.

Huis van Berenguer

Het Berenguerhuis is een van de indrukwekkendste paleizen in het hart van Sagunto. Dit pareltje ontstond in de 14e eeuw tijdens de herovering onder Jacobus I, koning van Aragon. Na overwinningen tegen de moslims schonk Jacobus het veroverde land aan edelen en ridders, die hier herenhuizen en paleizen bouwden.

De Berenguers, een adellijke familie uit Zuid-Frankrijk, hoorden daarbij. Ze steunden de herovering en gaven hun naam aan dit paleis en het dorp Canet de Berenguer. Na Jaume I’s overwinning werden christelijke edelen hier gevestigd.

Een muur van dit paleis maakt nu deel uit van de Joodse wijk, waar veel Joden uit Aragon, bondgenoten van Jacobus I, woonden. Het paleis zelf is prachtig. Binnen vind je een eeuwenoud Joods badhuis en een muur van de Tempel van Diana, die stamt van vóór Hannibals belegering. Daarnaast herbergt het het Museum van de Griekse Tragedie, vol bijzondere stukken en kostuums.

Archeologisch Museum van Sagunto

Oké, eerlijk? Ik had misschien iets meer verwacht van dit museum, maar het is alsnog een klein, gaaf plekje om te ontdekken. Het gebouw zelf is al super bijzonder: het huis van Maestre Peña. Dit gebouw was ooit een markthal uit de 14e eeuw (tenminste, dat vertelde iemand van het personeel) en is nu omgebouwd tot museum. Het heeft prachtige spitsbogen in het onderste deel en een paar schilderijen van na de 17e eeuw, toen het gebouw als paleis werd gebruikt.

Wat vind je er allemaal? Vooral spullen uit de Iberische en Romeinse tijd. Denk aan grotere en kleinere beelden, een paar mozaïeken en alledaagse gebruiksvoorwerpen die je echt een beeld geven van hoe het leven toen was. Klein maar fijn!

De Kerken van Sagunto

Toen dit gebied werd heroverd, veranderde er, net als op veel andere plekken in Spanje, een hoop op religieus vlak. En zo ontstonden de kerken van Sagunto – of eigenlijk Muviedro, zoals de stad toen heette.

De grootste kerk van de stad, Santa María, was ooit een moskee. Ze begonnen al in de 14e eeuw met de bouw van deze kerk, maar pas in de 18e eeuw was het hele ding eindelijk af. Door die lange bouwtijd zie je een mix van architectuur en stijlen bij elkaar komen. De huidige klokkentoren is eigenlijk van de 20e eeuw – de oude toren moest vervangen worden omdat hij op instorten stond.

De kerk van San Salvador is ook helemaal verweven met de geschiedenis van de Reconquista. Deze kerk is zelfs nog ouder: volgens de verhalen zou niemand minder dan Rodrigo Díaz de Vivar, oftewel El Cid, hem in de 11e eeuw zelf hebben laten bouwen. Het is een simpel gebouw, met een rustige uitstraling en weinig opsmuk – bescheiden maar vol geschiedenis.